Nederlandse preventieuitgaven onder de loep (Van Gils et al., 2020)
Inleiding
We hebben berekend hoeveel er in 2015 aan preventie is uitgegeven. We maakten onderscheid tussen gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie. Bij de berekening van de uitgaven beperkten we ons tot universele, selectieve en geïndiceerde preventie. Zorggerelateerde preventie kan nauwelijks onderscheiden worden van curatieve zorg. De uitgaven aan preventie zijn berekend vanuit een maatschappelijk perspectief.
Methode
We hebben gevarieerde bronnen gebruikt om de uitgaven aan preventie te onderzoeken. Voor zover de kosten onderdeel waren van de uitgaven aan zorg zijn de berekeningen gebaseerd op de gegevens van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Voor het overige is gebruikgemaakt van jaarrapporten en jaarrekeningen van ministeries en andere organisaties. Ook uitgaven van consumenten, het bedrijfsleven, ngo’s en verzekeringsmaatschappijen zijn opgenomen.
Resultaten
In 2015 werd 12,5 miljard euro (1,8% van het bruto binnenlands product) uitgegeven aan preventie: 2,4 miljard aan ziektepreventie (18,8%), 0,6 miljard aan gezondheidsbevordering (5,2%) en 9,5 miljard aan gezondheidsbescherming (76%). Dit is 17% minder dan er in 2007 is uitgegeven, het laatste jaar dat een dergelijk onderzoek is uitgevoerd.
Conclusie
De uitgaven aan preventie zijn relatief laag vergeleken met de totale uitgaven aan zorg. Het grootste gedeelte gaat naar gezondheidsbescherming. In de komende jaren is er mogelijk een stijging aan uitgaven voor gezondheidsbevordering door regeringsbeleid, zoals het Nationaal Preventieakkoord.