Interventie

Huidkankerscreening kan bijdragen aan het vroeg opsporen van huidkanker. In sommige landen is dit ingevoerd, in Nederland gebeurt het nog niet systematisch. Er worden in de literatuur een tweetal vormen van screening beschreven: total body screening waarbij het hele lichaam wordt onderzocht op huidafwijkingen en een laesie gerichte screening, waarbij alleen verdachte plekjes worden onderzocht.

Effectiviteit

Duitsland

In de Duitse deelstaat Sleeswijk Holstein is in 2003 een populatiescreening gestart (Breitbart et al., 2012). De screening werd aangeboden aan de inwoners van Sleeswijk Holstein van 20 jaar of ouder. De screening werd uitgevoerd door medici die een special training hadden gekregen. Dit screeningsproject duurde één jaar. Vijf jaar na het project werd er en afname in de sterfte aan een melanoom gezien. Bij mannen bedroeg deze afname 39,5% en bij vrouwen was dit 50%. Tien jaar na afloop van de screening was de mortaliteit weer hetzelfde als vóór de screening (Boniol et al., 2015). Naar aanleiding van deze positieve resultaten werd in 2008 een populatie brede huidkanker screening voor heel Duitsland ingevoerd. Het betreft een 2-jaarlijkse total body screening van alle personen van 35 jaar en ouder(Stang & Jockel, 2016).Vijf jaar na de implementatie was er echter sprake van een stijging van de melanoom gerelateerde mortaliteit van 20% bij mannen en van bijna 8% bij vrouwen inde totale bevolking. De deelname percentage bedroeg 30,8% (Breitbart et al., 2014). Mogelijke verklaringen voor het verschil met de mortaliteitsdaling in Sleeswijk Holstein zijn o.a. 1, het ten onrechte toewijzen sterfgevallen aan een melanoom, 2. hoger aandacht onder de bevolking in Sleeswijk Holstein door verschillende publiekscampagnes en de intensieve training van de medici, 3. selectie bias (bijna 50% van de deelnemers in Sleeswijk Holstein had ten minste één risicofactor)(Stang et al., 2016). Dat de mortaliteit nog niet aantoonbaar daalt is géén reden te stoppen met het nationale huidscreeningsprogramma. Ook ander factoren spelen een rol bij de beslissing om het screeningsprogramma  in stand te houden, zoals de daling in agressieve therapieën door vroeg ontdekking, daling in de kosten van zorg,  verbetering kwaliteit van leven en incidenties van huidkanker in een vroeg stadium. Verder diepgaand onderzoek wordt aanbevolen (Stang, 2016; Stang & Jockel, 2016).

In België is onderzoek gedaan naar het gebruik van digitale dermatoscopie als aanvulling op optische dermatoscopie bij huidkanker screening en vergeleken met optische dermatoscopie alleen  (Tromme et al., 2012).Bij digitale dermatoscopie wordt een foto gemaakt van de tumor waardoor precies de structuur van de huidafwijking bekeken kan worden en er is een vergelijking mogelijk met een nieuwe foto die later wordt gemaakt. De melanoom/non-melanoom ratio was significant beter vergeleken met optische dermatoscopie alleen (1/2,43 versus 1/10,74), met andere woorden er worden meer melanomen opgespoord. Ook de specificiteit was in het digitale onderzoek significant beter dan in het optische onderzoek. Meer dan één derde van alle ontdekte melanomen waren in het laatste voorstadium van een melanoom.

Eveneens in België werd ‘total –body’ screening (TBSE) vergeleken met ‘lesion-directed’ screening LDS) (Hoorens et al., 2016). De detectieratio (alle vormen van huidkanker) was niet significant verschillend in beide groepen (2,3% in TBSE en 3,2% in LDS). Het screenen met LDS vergt 5,6x minder tijd. Het doorrekenen van deze resultaten in een model laat zien dat screening leidt tot een vermindering van het aantal sterfgevallen ten gevolge van (alle vormen van) huidkanker met 628 door middel van TBE en 118 door middel van LDS, een reductie van 5,6% met TBSE en 1% met LDS (Pil et al., 2016).

Australië

In een Australische economische evaluatie naar huid onderzoek van patiënten met een hoog risico voor melanomen in een gespecialiseerde kliniek is voor het bepalen van de effectiviteit de uitkomst van onderzoek hieromtrent gekoppeld aan data van standaard zorg (Banks et al., 2008; Moloney et al., 2014; Watts et al., 2017). Hieruit blijkt dat door vroeg opsporing in de gespecialiseerde zorg de kans op een excisie (het wegsnijden van een tumor) 40% (95% BI 33%-46%)is, terwijl dit in de standaard zorg 64% (95% BI 61%-68%) is. Het is dan nog mogelijk minderbelastende behandeling te starten zoals bevriezen van de tumor.

Kosteneffectiviteit (in € 2017)

Van de screening in Duitsland zijn er géén economische evaluaties, noch van de pilot in Sleeswijk Holstein noch van de populatie screening.

De kosteneffectiviteit van TBE en LDS in België werd wel onderzocht (Pil, 2016). Met een tijdhorizon van 20 jaar heeft TBE een incrementele kosteneffectiviteitsratio (IKER) van € 34064/QALY voor mannen en €19248/QALY voor vrouwen. De IKER’s voor LDS zijn respectievelijk € 35881/QALY en € 20063/QALY. Er is gedisconteerd met 3% voor de kosten en 1,5% voor de gezondheidseffecten en de evaluatie is gedaan vanuit een maatschappelijk perspectief. In de basisanalyse is uitgegaan van een éénmalige screening op 18 jarige leeftijd. De sensitiviteitsanalyse toont gevoeligheid voor de natuurlijke progressie van een melanoom, directe kosten van basaalcelkanker, follow-up huidkanker en productiviteit gerelateerd aan een melanoom. Dit betekent dat indien deze ongunstiger zouden zijn dan in het rekenmodel aangenomen, de resultaten ook ongunstiger zijn, zich uitend in een hogere IKER.

Een Australische economische evaluatie laat zien dat huidonderzoek van mensen met een hoog risico op melanomen kostenbesparend (minder kosten en effectiever) is vergeleken met standaard zorg (Watts, 2017). Dit resultaat is in de sensitiviteitsanalyse robuust, dat wil zeggen dat variatie van aannames niet leidt tot een andere conclusie over kosteneffectiviteit van huidkankerscreening. Deze studie is gedaan vanuit het perspectief van de gezondheidszorg. Er is gedisconteerd met 5% voor kosten en effecten. Of dit resultaat één op één vertaald kan worden naar de Nederlandse situatie moet onderzocht worden gelet op het verschil in incidentie en prevalentie van huidkanker tussen Australië en Nederland.

Referenties

Banks E, Redman S, Jorm L, Armstrong B, Bauman A, Beard J, Beral V, Byles J, Corbett S, Cumming R, Harris M, Sitas F, Smith W, Taylor L, Wutzke S, Lujic S. Cohort profile: the 45 and up study. International journal of epidemiology, 2008;37:941-7.

Boniol M, Autier P, Gandini S. Melanoma mortality following skin cancer screening in Germany. BMJ open, 2015;5:e008158.

Breitbart EW, Choudhury K, Anders MP, Volkmer B, Greinert R, Katalinic A, Tacke J, Keilholz U. Benefits and risks of skin cancer screening. Oncology research and treatment, 2014;37 Suppl 3:38-47.

Breitbart EW, Waldmann A, Nolte S, Capellaro M, Greinert R, Volkmer B, Katalinic A. Systematic skin cancer screening in Northern Germany. Journal of the American Academy of Dermatology, 2012;66:201-11.

Hoorens I, Vossaert K, Pil L, Boone B, De Schepper S, Ongenae K, Annemans L, Chevolet I, Brochez L. Total-Body Examination vs Lesion-Directed Skin Cancer Screening. JAMA dermatology, 2016;152:27-34.

Moloney FJ, Guitera P, Coates E, Haass NK, Ho K, Khoury R, O'Connell RL, Raudonikis L, Schmid H, Mann GJ, Menzies SW. Detection of primary melanoma in individuals at extreme high risk: a prospective 5-year follow-up study. JAMA dermatology, 2014;150:819-27.

Pil L, Hoorens I, Vossaert K, Kruse V, Tromme I, Speybroeck N, Annemans L, Brochez L. Cost-effectiveness and Budget Effect Analysis of a Population-Based Skin Cancer Screening. JAMA dermatology, 2016.

Stang A, Garbe C, Autier P, Jockel KH. The many unanswered questions related to the German skin cancer screening programme. European journal of cancer (Oxford, England : 1990), 2016;64:83-8.

Stang A, Jockel KH. Does skin cancer screening save lives? A detailed analysis of mortality time trends in Schleswig-Holstein and Germany. Cancer, 2016;122:432-7.

Tromme I, Sacre L, Hammouch F, Legrand C, Marot L, Vereecken P, Theate I, van Eeckhout P, Richez P, Baurain JF, Thomas L, Speybroeck N. Availability of digital dermoscopy in daily practice dramatically reduces the number of excised melanocytic lesions: results from an observational study. The British journal of dermatology, 2012;167:778-86.

Watts CG, Cust AE, Menzies SW, Mann GJ, Morton RL. Cost-Effectiveness of Skin Surveillance Through a Specialized Clinic for Patients at High Risk of Melanoma. Journal of clinical oncology : official journal of the American Society of Clinical Oncology, 2017;35:63-71.